Proclamatie van Staten-Generaal leidt tot Nieuw Nederland Compagnie
De concurrentie tussen vrije zee- en kooplieden in de vallei van de Mauritius-rivier in de periode 1611–1613 bleek zowel internationaal als nationaal problemen te veroorzaken en was ook niet goed voor de handel. Daarom, en om enige controle terug te krijgen op die vrije handelaren, vaardigde de Staten-Generaal in maart 1614 een proclamatie uit: eenieder die nieuw land, een nieuwe haven, een nieuwe passage of een nieuwe plaats ontdekte kon een exclusieve licentie krijgen voor het drijven van handel in dat gebied. Om in aanmerking te komen voor zo’n licentie verenigden concurrerende handelaren zich in verschillende compagnieën: de Australische Compagnie, de Noordse compagnie en de Nieuw Nederland Compagnie. In tegenstelling tot de twee andere compagnieën kreeg de Nieuw Nederland Compagnie een licentie voor een vrij korte periode (drie jaar), waarschijnlijk omdat Nieuw Nederland politiek gevoelig lag: het was ten slotte een gebied in Engels geclaimd land en daardoor mogelijk geen ‘nieuw ontdekt land’.
De licentie op deze foto is de originele handelslicentie die de Nieuw Nederland Compagnie op 11 oktober 1614 kreeg van de Staten-Generaal, en die op 1 januari 1615 van kracht werd.